Het veranderende klimaat heeft grote gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Temperatuurstijging, veranderende neerslagpatronen en wijziging van hydrologische kringlopen kunnen leiden tot wateroverlast, overstromingen, fluctuaties in grondwaterstanden, verzilting, verdroging en bodemdaling. Bij de inrichting van ons leefmilieu moet daarom in toenemende mate rekening worden gehouden met maatregelen die de effecten van klimaatverandering tegen gaan. De bodem speelt hierin een sleutelrol. Kennis over het natuurlijk systeem en de relatie met klimaat(verandering) is van belang in de zoektocht naar maatschappelijke oplossingen om de verandering van het klimaat te beïnvloeden (klimaatmitigatie) en oplossingen te vinden voor de problemen als gevolg van klimaatverandering (adaptatie).
Door bijvoorbeeld zorgvuldig na te denken over de mate van verhard oppervlak in een gebied met bepaalde fysisch geografische eigenschappen kan effectief met wateroverlast worden omgesprongen (waterbergend vermogen van de ondergrond). Klimaatadaptieve maatregelen hebben echter vaak een complexe uitwerking op het gehele bodemsysteem. Zo kan infiltratie van water ook gevolgen hebben voor de mobiliteit van bestaande verontreinigingen en worden grondwaterstanden beïnvloed. Het komt erop neer dat er vanuit het bodemwerkveld zorgvuldig moet worden gekeken naar de adaptieve maatregelen tegen klimaatverandering en de wijze van ondergrondse ordening.
Naast het feit dat de gevolgen van klimaatverandering invloed uitoefenen op de fysieke leefomgeving, heeft de bodem en ondergrond ook effect op het klimaat zelf. De bodem is na de oceanen bijvoorbeeld een grootste buffer voor koolstof en een gezonde bodem kan een belangrijke bijdrage leveren aan mitigerende maatregelen tegen klimaatverandering.