Met de komst van de Omgevingswet hebben gemeenten de kans en de opdracht om ruimtelijke en maatschappelijke opgaven en beheeropgaven in het fysieke domein in samenhang op te pakken. Een van de instrumenten om dat mee te regelen is het omgevingsplan. Het programma Bodembeheer van de Toekomst heeft diverse informatieproducten en webinars ontwikkeld die behulpzaam zijn bij het formuleren van regels over bodem, ondergrond en grondwater in het omgevingsplan en het maken van de juiste keuzen hierbij.

Proces en inhoud

De producten op deze website zijn voor alle gemeenten en omgevingsdiensten van Nederland geschikt om te gebruiken als ‘kick start’ bij het opnemen van regels over de kwaliteit en het systeem van bodem, grondwater en ondergrond in omgevingsplannen. De producten bieden achtergrondinformatie, overzicht en praktische voorbeelden. Vanzelfsprekend is het noodzakelijk en nuttig dat bij de uitwerking samenwerking plaatsvindt met andere overheden (provincie, waterschap, buurgemeenten) en relevante actoren in de regio. Er is daarom ook aandacht besteed aan het proces om te komen tot bodem in een omgevingsplan.

Werkwijze

Er is binnen Bodembeheer van de Toekomst gewerkt in een publiek-private samenwerking. Professionals van RWS/Bodem+, gemeenten, omgevingsdiensten, adviesbureaus en zzp-ers zijn samen aan de slag gegaan. Het opstellen van de circa 70 informatieproducten is gebeurd in 3 fases tussen voorjaar 2020 en najaar 2022. Het werkveld heeft via een enquête en verschillende bijeenkomsten de focus van de inhoud mede bepaald.

Overzicht producten

In onderstaande tabel is aangevinkt welke producten per onderwerp beschikbaar zijn. Per bouwsteen zijn verschillende informatieproducten beschikbaar:

  • Informatieblad of handelingsperspectief. Deze producten bieden kort en bonding overzicht van relevante onderwerpen met betrekking tot bodem onder de Omgevingswet. Bijna iedere bouwsteen heeft één of meerdere informatiebladen gemaakt.
  • Juridische frames. Overzicht van de relevante regelgeving en de lokale afwegingsruimte.
  • Voorbeeldregels (staalkaart). In de staalkaartmodules zijn voorbeeldregels uitgewerkt voor mogelijke regels die een gemeente kan/wil opnemen in het eigen omgevingsplan, gelet op gebied, activiteit en ambitie.
  • Verslagen van verdiepingssessies en webpagina over processtappen Hoe kom je tot bodemregels in het omgevingsplan?
  • Opnames van webinars.
overzicht

Belangrijkste geleerde lessen

Het programma Bodembeheer van de Toekomst heeft zich gericht op de voorbereiding en de komst van de Omgevingswet, voor het thema bodem, ondergrond en grondwater. Het gaat daarbij om het omzetten van de huidige bodemregels (met name gericht op de chemische bodemkwaliteit) naar het nieuwe stelsel én over de verbreding van het thema bodem, zodat het goed kan bijdragen aan een integrale aanpak van de fysieke leefomgeving. De verbreding is een relatief nieuw onderwerp, en in veel gevallen is het ook echt pionieren, niemand heeft immers nog ervaring met de Omgevingswet. In het programma is veel ervaring opgedaan en inhoudelijke kennis ontwikkeld. Veel van de kennis is in onze producten geland. Daarnaast delen wij graag hieronder een aantal algemene bevindingen en geleerde lessen:

  • In een publiek-private samenwerking wordt kennis en beschikbaarheid van professionals op een krachtige manier gecombineerd. Persoonlijke praktijkervaringen, verschillende netwerken en achterbannen, diversiteit in aanvliegroutes. Dit is door het hele team als leerzaam, leuk en productief ervaren.
  • Het is voor de Nederlandse overheden erg efficiënt om op een centrale plek basiskennisproducten te maken en ontsluiten, en die vervolgens lokaal te kunnen doorontwikkelen. Daarmee is belangrijk voorwerk gedaan, dat anders in ieder gemeentehuis van Nederland nodig was geweest. Dit resulteerde in zeer positieve reacties uit het werkveld.
  • Het onderwerp bodem/ondergrond in de instrumenten van de Omgevingswet is niet eenvoudig. Er is complexiteit in hoeveelheid regels, vaktechnische en juridische inhoud, en het proces om integraal tot goede regelgeving te komen blijft ingewikkeld. De informatieproducten geven een eerste inzicht en structuur.
  • De verdere uitwerking van regels in het omgevingsplan is een proces dat in contact met de lokale omgeving plaatsvindt. Overal is het net anders, het is echt maatwerk. Er zijn desondanks veel (regionale) overeenkomsten.
  • Dat beleidsneutraal overgaan van de bestaande naar de nieuwe situatie onder de Omgevingswet eenvoudig is, is een illusie. Een ander stelsel én de huidige maatschappelijke opgaven waar water en bodem sturend bij moeten zijn én de constatering dat er nieuwe bodemproblemen (nieuwe stoffen, verdroging, verzilting) zijn, genereert nu eenmaal nieuwe inzichten en ambities.
  • Er is uitvoeringskracht nodig: beschikbaarheid van mensen met tijd en kennis. Bij een flink aantal decentrale overheden schuurt het op dit aspect. Dat is een risico voor een goede implementatie van de Omgevingswet. Dit heeft twee oorzaken: de meeste gemeenten hebben het geld niet om mensen aan te stellen (of daar nog niet geld voor beschikbaar gesteld) en de mensen die dat werk zouden kunnen doen zijn er niet. De opleidingen leveren jaarlijks te weinig nieuwe brede bodemprofessionals af.
  • Kennisnetwerken, zowel binnen als tussen organisaties, zijn nodig om professionals te faciliteren bij het ontwikkelen van nieuwe kennis en te leren van (andermans) praktijkervaring. Bij organisaties met <1 fte op het onderwerp bodem/ondergrond ontbreken sparringpartners. Dit zou idealiter regionaal of landelijk opgepakt moeten worden.
  • De ruim 70 informatieproducten zijn actueel en moeten dat blijven om behulpzaam te blijven. De komende jaren gaan gemeenten met de producten aan de slag en daar komen ongetwijfeld verbeterpunten uit. Gemeenten hebben tot en met 2029 de tijd om het definitieve deel van hun omgevingsplan te maken. Er is gedurende die jaren actualisatie van de producten nodig op basis van opgedane praktijkervaringen.

De invalshoeken

De filosofie van de Omgevingswet

Onze bouwstenen bieden verschillende varianten van regels aan ter inspiratie, maar treden niet in de lokale afweging die de gemeente zelf moet maken.

De maatschappelijke opgave

Eventuele negatieve effecten van maatschappelijke activiteiten op de kwaliteit van de bodem moeten worden tegengegaan zonder deze activiteiten onmogelijk te maken.

Het natuurlijke bodemsysteem

Het gaat hier zowel om het functioneren als systeem als om afzonderlijke kwaliteiten van de bodem.

De bouwstenen

Aanvullingsspoor

Aanvullingsspoor

In deze bouwsteen staan de regels uit de Aanvullingswet bodem, het Aanvullingsbesluit bodem, en de Aanvullingsregeling bodem Omgevingswet centraal.

Data en informatie

Toepasbare Regels

In deze bouwsteen wordt beoogd Toepasbare regels en vragenbomen op te stellen voor generieke onderwerpen en/of activiteiten binnen het thema Bodem & Ondergrond, die voortvloeien uit juridische voorbeeldregels waarvoor een beleidsruimte geldt die door gemeenten kan worden ingevuld.

ondergrondse_functies

Ondergrondse functies

Deze bouwsteen focust op het ordenen en positioneren van ruimtelijke functies in de ondergrondse ruimte, in het besef dat daar een natuurlijk systeem is dat kansen biedt en kwetsbaarheden met zich meedraagt.

Zorgwekkende stoffen

Onder de Omgevingswet (Ow) zullen gemeenten als beheerder van de fysieke ruimte een verantwoordelijkheid hebben. Een gemeente kan bodemkwaliteitskaders opstellen en lokale beleidsregels maken. Deze bouwsteen faciliteert hen om deze toekomstige uitdagingen goed te kunnen oppakken.

Vitale bodem

Het doel van deze bouwsteen is voor de onderwerpen bodembiodiversiteit en het vastleggen van koolstof hulpmiddelen te ontwikkelen voor in het omgevingsplan.

Grondwater

Grondwater

In deze bouwsteen werken we inhoudelijke zaken hiervoor uit en geven we ook procesmatige tips om het ‘systeem grondwater’ goed te gebruiken en te beschermen.

Stortplaatsen

Stortplaatsen

Deze bouwsteen beoogt inzicht te bieden in het complexe onderwerp van voormalige stortplaatsen, gezien over de nazorg van voormalige stortplaatsen in de Omgevingswet weinig specifiek geregeld is, maar het concrete vraagstukken en aandachtspunten kan betreffen.

Klimaatadaptatie

Bodem en ondergrond (het bodem en watersysteem) zijn daadwerkelijk vaak onderbelicht in de afwegingen voor klimaatadaptatie, maatregelen en de daarmee te stellen regels in het omgevingsplan voor klimaatadaptatie. Voor de haalbaarheid en duurzaamheid van maatregelen voor klimaatadaptatie is het perspectief van bodem en ondergrond onmisbaar. Onze focus in deze bouwsteen is concrete ondersteuning bij het maken van regels in het omgevingsplan.

Bodemenergie

Bodemenergie

Het doel van de bouwsteen bodemenergie is concrete invulling bieden bij het stellen van regels voor bodemenergiesystemen en opslag van warmte en koude in de ondergrond (tot 500 m-mv) door gemeenten in het omgevingsplan.

Voedselbossen

Voedselbossen

Het doel van deze bouwsteen is om ondersteuning te bieden bij het stellen van regels door gemeenten in het Omgevingsplan. Zeker voor een relatief nieuwe functie is dat relevant. Voedselbossen bijvoorbeeld lopen vaak tegen de sectorale regels op van voor de Omgevingswet. Met een breed netwerk is daar een analyse van gemaakt.

Ontplofbare Oorlogsresten

Ruim 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog liggen in de Nederlandse grond en waterbodem, verspreid over het hele land, nog ontplofbare oorlogsresten. Ze zijn een gevaar omdat in de bodem explosieven aanwezig zijn die ongecontroleerd tot ontploffing kunnen komen. Bijvoorbeeld als een graafmachine een oude vliegtuigbom raakt. Of als kinderen met gevonden granaten gaan spelen.

Organisatie & contactpersonen

Het team dat heeft gewerkt aan de producten bestond was publiek-privaat. De organisatie bestond uit Gerd de Kruif, Corinne Koot (Witteveen + Bos), Martijn Mekkink (TAUW) en Marco Vergeer (Royal HaskoningDHV). Zij werkten samen met een kernteam van enthousiaste deskundigen van gemeenten en omgevingsdiensten, Bodem+ en een aantal externe partijen. Er is nauw samengewerkt met het VNG programma dat is gericht op staalkaarten voor het omgevingsplan. Onze producten zijn daar getoetst.