Een vitale bodem is van belang voor gemeentelijke ambities op het gebied van klimaat, water, duurzaamheid, circulariteit, etc. Een vitale bodem kan immers water vasthouden, water zuiveren en doen infiltreren, draagt via organische stof tevens bij aan klimaatregulatie, is de basis voor biodiversiteit en mineralenhuishouding en vormt een gezonde en schone basis voor voedselproductie en grondstofwinning. Daarnaast is de bodem de ‘drager’ van het landschap.
In de Omgevingswet wordt gestreefd naar een meer integrale benadering van de bodem, waarbij meer ruimte is om, naast de chemische kwaliteit van de bodem, ook fysische en biologische aspecten mee te wegen. Een vitale bodem is een bodem waarin zowel de chemische, biologische als fysische kwaliteit op orde is. Dit maakt de bodem weerbaar voor veranderingen zoals droge of juist hele natte periodes en weerbaar tegen plagen en ziekten.