Bron: ENBO
‘Naast grote maatschappelijke uitdagingen als de klimaatverandering en de noodzakelijke circulaire economie vragen ook andere, culturele en technologische veranderingen om een bijdrage van SIKB’. Aldus SIKB-directeur Henk Koster over de opgaven die dit jaar aan de organisatie worden gesteld.
Kennis naast protocollen
‘Waar we in het verleden misschien meenden dat we met protocollen en richtlijnen alle werkzaamheden in onze bodem en ondergrond voor eens en voor altijd konden regelen, merken we steeds meer dat we voortdurend voor nieuwe, complexe uitdagingen staan, die om een bijdrage van ons vragen. Bijdragen in kennis, net zo goed als bijdrage in richtlijnen. Eerst meedenken en dan voorschrijven dus.
Die uitdagingen waar SIKB voor staat, komen voort onder andere uit majeure maatschappelijke opgaven. Bij de klimaatadaptatie gaat het vaak om de (her)inrichting van, en de ruimtelijke (her-)verdeling van functies in Nederland. Daarbij maken veel adaptatiestrategieën gebruik van één of meer bodemfuncties.
Voor de energietransitie bieden ontwikkelingen als de inzet van geothermie en WKO nieuwe perspectieven. En voor de circulaire economie, als derde grote vraagstuk, vormt het hergebruik van grond, slib en bagger steeds meer een belangrijk onderdeel. Boeiende uitdagingen, die onder andere van ons vergen onze normdocumenten aan te passen. Daarom zijn wij, bijvoorbeeld als het gaat om circulaire economie, samen met NLingenieurs een verkennende studie gestart, met als doel het aandragen van adviezen voor de gewenste verbeterslag in de keten van hergebruik van grond én inbedding in Kwalibo. Overigens met dank aan het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond dat financieel een bijdrage levert’.
Wet- en regelgeving
‘Daarnaast staan we als SIKB voor een aantal andere grote operaties. Allereerst is dat de komst van de Omgevingswet. Al ligt nu door de Coronacrisis veel stil in ons land, die Omgevingswet gaat er komen, zoals nu bekend weliswaar niet op 1 januari a.s., maar dan toch in 2021. Dat vergt een groot aantal aanpassingen in onze normdocumenten, met name op het vlak van bodembescherming en bodembeheer.
Mede in dit licht bezien, onderzoeken we met een pilot ook of de protocollen simpeler kunnen worden opgesteld, beter kunnen worden opgeschreven. Als antwoord op de vaak gehoorde kritiek dat deze “onleesbaar” of “niet geschikt voor in het veld” zouden zijn’.
‘Een belangrijk aandachtspunt dit jaar is onze evaluatie van het kwaliteitssysteem in de archeologie, en aansluitend de evaluatie van de Erfgoedwet (door het ministerie van OCW). Het evaluatierapport Graven naar kwaliteit bevat een aantal kritische geluiden, zowel over het systeem als over het bestel. Wij, als kwaliteitsborgende organisatie, hebben ons de kritiek op het systeem aan te trekken. Daar werken we dus ook hard aan’.
Digitalisering van informatie
‘Je merkt zeker in een crisistijd als deze, hoezeer internet onze communicatie kan beïnvloeden. Nu vrijwel alle vormen van fysiek overleg onmogelijk zijn, maken we volop gebruik van onze computers om via Skype, Teams, Zoom en andere programma’s elkaar toch te kunnen spreken, en te zien. Al blijft het natuurlijk erg behelpen, je ontdekt ook de voordelen. Het blijkt soms best efficiënt te zijn, tijdbesparend.
De digitalisering en informatisering heeft ook de mogelijkheden voor het gebruik van big data verruimd. Wat je onder andere terugziet in de Basisregistratie Ondergrond. SIKB gaat binnenkort onderzoeken of en hoe informatie over bodemverontreiniging opgenomen kan worden in de BRO. En we zijn blij om te merken dat onze standaarden SIKB 0101 en SIKB 0102 door onze inspanningen een steeds groter bereik krijgen’.
Beleidsrijk is beter
‘Wat ik zeker ook een belangrijke opgave vind – al is dat uiteraard een voortdurend aandachtspunt – is de zorg onszelf voortdurend te verbeteren. Ik noemde al het vereenvoudigen van onze documenten, maar ik denk ook aan de onderlinge harmonisatie, het sneller kunnen aanpassen om beter aan te sluiten bij wettelijke vereisten of nieuwe ontwikkelingen, en het verkennen welke alternatieven er zijn voor tussentijdse aanpassingen. Maar de “Plan-Do-Check-Act cirkel” gaat verder. Staan wij, en onze documenten, voldoende open voor innovatieve ontwikkelingen? Daarom starten we onder andere met een onderzoek naar geofysische meettechnieken en hoe deze in de protocollen zijn te verwerken. Hoe geven we dergelijke nieuwe technieken, die veelbelovend zijn en het werk kunnen vergemakkelijken, een plek? En dat geldt helemaal voor technieken die inmiddels al volwassen zijn’.
Stabiel en dynamisch
‘En tot slot, en dan heb ik ook nog een hele hoop niet genoemd, is er de interessante opgave hoe wij als SIKB kunnen bijdragen aan de kennisontwikkeling op het gebied van bodem en ondergrond, en aan de kennisborging en kennisdoorwerking. Ik zie voor ons ook een wezenlijke rol in de toekomst-robuuste kennis- en informatie-infrastructuur die door het Rijk nu wordt ontwikkeld. Dat geldt eveneens voor de kennis die wordt vervat in de opleidingen. Daar willen we nadrukkelijk een bijdrage aan leveren, en werken daarin al samen met diverse partners. Ook hier is de samenwerking voor ons essentieel. We zijn een netwerkorganisatie en kunnen niet zonder partners. Al die verschillende vormen van samenwerking moeten voortdurend worden onderhouden, waar mogelijk worden versterkt en worden verbreed. Dat vraagt van SIKB enerzijds stabiliteit: we zijn een stabiele en betrouwbare organisatie. En tegelijk zijn we scherp op de actualiteit, willen ons daar ook op kunnen aanpassen. Dat eist van ons enerzijds het uitstralen van rust en zekerheid, zonder als star over te komen, en anderzijds ook voldoende dynamiek te etaleren, vrij te kunnen denken. Een combinatie die me na aan het hart ligt.’