De aanleg van zonneparken kan samengaan met behoud en ontwikkeling van bodemkwaliteit, zeker als zij in noord-zuid richting staan. Dat is de conclusie van een literatuuronderzoek dat Omgevingsdienst Veluwe IJssel heeft laten uitvoeren door kennis- en adviesbureau CLM.

Effecten van zonnepanelen
Regionale overheden en particulieren stellen zich de vraag wat de effecten op de bodem zijn van het gedeeltelijk afdekken ervan met zonnepanelen. Omgevingsdienst Veluwe IJssel heeft aan CLM gevraagd om een advies over de risico’s van zonnepanelen voor bodemkwaliteit en hoe daar mee om te gaan. Zonnepanelen worden vaak gezien als een tijdelijk landgebruik en de vraag is wat er daarna kan op de grond: kan het dan weer als landbouwgrond in gebruik worden genomen en wat kost dat?

Bodemafdekking of niet?
In Nederland is er nog geen ervaring met decennialange gedeeltelijke overkapping van de bodem met zonnepanelen, laat staan dat er is gemonitord. Onder de panelen wordt de toegang tot water en zon voor de vegetatie beperkt. Het behouden van vegetatie lijkt de kritische factor te zijn voor het behouden van een goede bodemkwaliteit. Ervaringen in het buitenland laten zien dat er op zonneparken een gezonde en gevarieerde begroeiing behouden kan blijven. Voorwaarde hiervoor is wél dat er zich voldoende ruimte tussen de panelen bevindt.

De essentie is het behouden van een actief bodemleven. Dit is mogelijk door het inzaaien van kruidenrijk grasland aangepast aan de specifieke omstandigheden onder en naast de zonnepanelen.

-Joost Keuskamp-

Benut de biodiversiteit
Bij plaatsing van panelen in de Noord-Zuid oriëntatie is er ook bij de economisch meest efficiënte opstelling voldoende ruimte om genoeg licht en vocht beschikbaar te houden voor plantengroei en bodemleven. Tegenover een beperking van toevoer van regen staat een vermindering van de verdamping. Bij een goede bodemstructuur en voldoende hoge grondwaterstand is er ook onder de panelen voldoende vocht beschikbaar voor de planten om te blijven groeien. Dit wordt beter naarmate er planten worden ingezaaid die in de schaduw goed groeien en tegelijk diepere wortels aanmaken. In geval van een Oost-West opstelling is het eveneens mogelijk om een levende bodem te handhaven. Dat gaat beter naarmate de ruimte tussen de panelen groter wordt gehouden. Afhankelijk van de onderlinge afstand vraagt het een aangepast kruidenmengsel om in te zaaien.

Gradiënten van licht en vocht
Het is belangrijk dat de bodemstructuur ook bij aanleg behouden blijft. Als de uitgangssituatie voor de panelen agrarische grond met een akkerbouwmatige teelt is, kan de bodemontwikkeling op gang worden gebracht door het inzaaien van kruidenrijk grasland. Dat stimuleert de biodiversiteit en die wordt versterkt door de verschillende licht- en vocht gradiënten die ontstaan in zonneparken. Bij een dergelijke begroeiing wordt de organische stof en de bodemstructuur op peil gehouden. Daarmee blijft de basis bestaan voor voortgezet ander landgebruik als de panelen zouden worden verwijderd.