Beleidswijziging

Het Aanvullingsspoor bodem voert een aantal wijzigingen en aanvullingen door in de Omgevingswet. Het doel van het bodembeleid is om een balans aan te brengen tussen:

  • De bescherming van de gezondheid van de mens en het behoud van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant en dier.
  • Ruimte geven aan activiteiten op of in de bodem.

Via het Aanvullingsbesluit bodem wordt het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) aangevuld met enkele milieubelastende activiteiten. Bijvoorbeeld de regels voor graven, opslaan, saneren en toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) wordt aangevuld met enkele instructieregels.

Historische verontreinigingen

Het bevoegd gezag voor de historische verontreinigingen in de vaste bodem gaat over naar de individuele gemeenten. Bij de aanpak van saneringen zijn dat volgens de huidige Wet bodembescherming de provincies en 29 grotere gemeenten.

Saneringsplicht

De saneringsplicht verdwijnt uit de rijksregels. Met de afspraken uit de Bodemconvenanten zijn de spoedeisende locaties aangepakt of beheerst bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Bij bestaande bodemverontreinigingen wordt onder de Omgevingswet uitgegaan van activiteiten en een gebiedsgerichte benadering. De voorgenomen activiteit of gebiedsopgave staat dan voorop, in plaats van de verontreiniging. De gemeente kan zelf in het omgevingsplan een saneringsplicht introduceren.

Maatregelen bodemverontreiniging bij bouwen

In het Bkl staan instructieregels die gemeenten verplichten om in hun omgevingsplan aan te geven welke maatregelen nodig zijn ten aanzien van de bestaande bodemverontreinigingen bij het bouwen van woningen. Voor bouwen op bodemgevoelige locaties kan dan saneren aan de orde kan zijn.

Algemene rijksregels milieubelastende activiteiten

De algemene rijksregels gelden voor een aantal milieubelastende activiteiten, zoals het graven in de bodem, het opslaan van grond en baggerspecie en het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen in of op de bodem. De gemeenten leggen in het omgevingsplan de toedeling van functies vast en de bodemkwaliteit.

Grondwaterkwaliteit

De bescherming van de grondwaterkwaliteit is en blijft een gedeelde verantwoordelijkheid van Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten. De provincie heeft daarbij een belangrijke regisserende en coördinerende rol.

De huidige Circulaire bodemsanering 2013 vervalt. De decentrale overheden kunnen zelf waar nodig regels stellen met betrekking tot de grondwaterkwaliteit. Via instructieregels van het Rijk is geborgd dat provincies regels stellen in het regionaal waterprogramma. Provincies kunnen instructieregels stellen aan gemeenten, zodat gemeenten regels opnemen in het omgevingsplan.

Instructieregel

De instructieregel is een bindende regel voor bestuursorganen over:

  • de uitvoering van bepaalde taken, of
  • de inhoud van bepaalde te nemen besluiten (bijv. programma’s, omgevingsplannen, vergunningen)

Zij kunnen door provincies en het Rijk worden vastgesteld. Die van het Rijk staan in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Lees meer over de instructieregel.